Bericht

Vrijwilligerswerk en sociale cohesie in de Achtse Barrier

Geplaatst op 12 februari 2025, 12:54 uur
Illustration
profile picture
Paul van Gemert

Vrijwilligerswerk en sociale cohesie in de Achtse Barrier
Op zoek naar kansen en uitdagingen

In de Achtse Barrier speelt sociale samenhang een belangrijke rol. Toch zijn activiteiten zoals bijvoorbeeld de OKA (open kinderactiviteiten), de avondvierdaagse en de jaarlijkse Wie-Wit-Wa-Kwis in de afgelopen jaren verdwenen. In de wandelgang en aan de gesprekstafels beluister ik dat wijkorganisaties, professionals en vrijwilligers zich hierover zorgen maken; het tekort aan vrijwilligers wordt vaak als oorzaak gezien. En ook dat deze ontwikkeling niet alleen leidt tot discussie over de huidige situatie, maar ook vragen oproept over hoe het verder moet in de Achtse Barrier.

Wat zijn de oorzaken van het vrijwilligerstekort? Welke factoren spelen hier een rol? En wat betekent dit, nu en in de toekomst, voor de leefbaarheid, vitaliteit en sociale samenhang in de Achtse Barrier? Het zijn vragen waar nog geen duidelijke antwoorden op zijn.

We ervaren tegelijkertijd dat landelijke systemen rondom zorg en welzijn onder druk staan en dat dit merkbaar doorwerkt in lokale gemeenschappen, ook in de Achtse Barrier. Ik denk dat deze ontwikkelingen onvermijdelijk en onomkeerbaar invloed zullen gaan hebben op de wijze waarop we met elkaar samenleven en daar mogen we denk ik ook niet naïef over zijn. Het zal vragen om tegenwicht en de noodzaak om te blijven bouwen aan een verbonden en veerkrachtige wijk.

Als kartrekker in de Gascognehof, een van de ruim honderd straten in de Achtse Barrier, zie ik hoe sociale cohesie mensen inspireert en motiveert om bij te dragen aan het bouwen van een hechte en veerkrachtige leefgemeenschap. We kennen elkaar, helpen elkaar als dat nodig is en kijken naar elkaar om. We hebben jaarlijkse straatactiviteiten en diverse georganiseerde en vaak ongeorganiseerde samenkomsten. Er is hoe dan ook bij velen in onze straat de bereidheid om, binnen ieders mogelijkheden en behoefte, vrijwillig bij te dragen aan een hechte en veerkrachtige leefgemeenschap.

Diverse studies, onder andere van Movisie en het Sociaal Cultureel Planbureau, onderstrepen een samenhang tussen de mate van sociale cohesie en de bereidheid tot vrijwilligerswerk.

Luisterend naar gesprekken stel ik de volgende vragen:

•    Is het versterken van sociale cohesie niet enkel een doel op zich maar juist ook een sleutel om de bereidheid tot vrijwilligerswerk te stimuleren?

•    Is er in de Achtse Barrier sprake van een vicieuze cirkel waarin afnemende cohesie leidt tot minder vrijwilligers en een verdere verzwakking van sociale samenhang?

•    Indien een dergelijke vicieuze cirkel gaande is hoe kunnen we die dan doorbreken?

Achter deze vragen schuilt de nodige dynamiek. Met dit essay probeer ik de samenhang tussen de verschillende aspecten te verkennen. Het biedt geen blauwdruk voor oplossingen, maar ik hoop dat het uitnodigt tot reflectie en dialoog over de toekomst van een sociaal verbonden en vitale leefgemeenschap in de Achtse Barrier waaraan haar bewoners met plezier en afgestemd op de eigen mogelijkheden willen bijdragen.


Een tijdsbeeld
Tijdens een uitzending van De Wereld Draait Door in 2016 schetste Jan Terlouw in zijn monoloog over ‘het touwtje uit de brievenbus’ een krachtig tijdsbeeld. Het touwtje symboliseerde een tijd waarin vertrouwen de basis was: buren kenden en hielpen elkaar; de gemeenschap was sterker dan de som van de individuen.
Vrijwilligerswerk en het er voor elkaar zijn, vormde de ruggengraat van het sociale leven. Het bracht mensen samen en versterkte de gemeenschap. Het laat zien hoe kleine bijdragen destijds een grote impact hadden op gemeenschapsgevoel en veiligheid.
Dit tijdsbeeld lijkt nu een herinnering uit een andere wereld, waarin sociale verbondenheid vanzelfsprekend was. Wat zegt dit over de rol van vertrouwen in leefgemeenschappen en over de aard van vrijwilligerswerk destijds?

Om dit te verkennen wil ik eens terugkijken naar mijn jeugd in de schrijversbuurt in Gestel, Eindhoven. Ik zat op de Heilig Hartschool en was lid van hobbyclub ‘De Ploeg’. Die club werd bestierd vanuit de kerk en gerund door vrijwilligers uit de buurt. Zij gaven een deel van hun beschikbare tijd en energie aan het organiseren van knutselmiddagen en andere activiteiten voor de kinderen. Eens per jaar werd vanuit de hobbyclub met velen uit de buurt de carnavalswagen opgetuigd. In December werd de buurman Sinterklaas en bezocht zo de plaatselijke scholen. Elk jaar organiseerden buurtbewoners de kerstboomverbranding, een evenement dat veiligheid en gezelligheid combineerde. Het buurthuis en het buurtcafé waren belangrijke ontmoetingsplekken voor feesten, bijeenkomsten en rouw. Het waren ‘wijk-ankers’, boden stabiliteit en brachten mensen samen.

Het levensritme was destijds navolgbaar en overzichtelijk. Mijn vader werkte op fietsafstand en als ik uit school kwam was mijn moeder thuis met thee en koek. De boodschappen werden gedaan op de weekmarkt of bij de lokale bakker en slager. Ook daar ontmoetten buurtbewoners elkaar. Praktische hulp was altijd dichtbij: buren hielpen elkaar spontaan met oppas, klusjes of gewoon een luisterend oor. Dit ongeorganiseerde sociale netwerk zorgde ervoor dat iedereen in de buurt zich veilig en gesteund voelde. Bij ons hing letterlijk het touwtje uit de brievenbus en de keukendeur stond open; je kon onbevangen bij elkaar binnenlopen. Gedeelde waarden en onuitgesproken afspraken vormden de basis van vertrouwen en samenredzaamheid.

Vrijwilligerswerk, zowel georganiseerd als ongeorganiseerd, was de ruggengraat van het sociale leven in onze buurt. Zonder hun inzet zouden activiteiten zoals de hobbyclub en de kerstboomverbranding niet hebben bestaan. Maar hun bijdrage ging verder dan het uitvoeren van taken. Vrijwilligers brachten mensen samen, versterkten het gemeenschapsgevoel en maakten de buurt tot een veilige en vertrouwde plek. Deze inzet, essentieel voor de fysieke en sociale infrastructuur, is wat we nu de sociale basis noemen. Het blijkt dat een sterke sociale basis niet alleen zorgt voor meer cohesie, maar ook bijdraagt aan een gevoel van veiligheid en welzijn in de wijk. Een sterke sociale basis nodigt uit om hieraan een vrijwillige bijdrage te leveren.

Is dit een pleidooi om terug te keren naar vervlogen tijden? Ik ben geen nostalgicus, eerder een transformatieve idealist. Dus nee, het is niet bedoeld als nostalgische terugblik maar als uitnodiging om ons te laten zien hoe vertrouwen, nabuurschap en samenredzaamheid, ooit vanzelfsprekend, in een moderne context opnieuw kan worden vormgegeven. Maar waarom deze uitnodiging. Kunnen we iets leren uit dit tijdsbeeld?


Veranderingen in de samenleving
Onze samenleving is in de afgelopen decennia sterk veranderd. Een aantal van deze veranderingen hebben geleid tot een afname van sociale cohesie en de bereidheid tot vrijwilligerswerk en verzwakking van de sociale basis. Om hier meer inzicht in te krijgen, haal ik enkele belangrijke ontwikkelingen aan die hieraan hebben bijgedragen. Enkele zijn concrete, harde veranderingen, zoals verstedelijking en technologie, andere meer subtiele verschuivingen, zoals een veranderde mentaliteit rond individualisering en zelfredzaamheid.

Individualisering
Na de Tweede Wereldoorlog leefden gezinnen vaak dicht bij familie en kende je je buren goed. Mensen waren praktisch en emotioneel op elkaar aangewezen. Vanaf de jaren zestig veranderde dat. Welvaart, mobiliteit en innovaties zoals de telefoon, wasmachine en auto maakten het leven makkelijker, maar ook individueler. Hogere inkomens en betere sociale voorzieningen verminderden de afhankelijkheid van anderen en daarmee het vanzelfsprekende contact binnen gemeenschappen.

Ik herinner me nog onze verhuizing eind jaren zestig van de schrijversbuurt naar de Voldijn in Aalst. Die nieuwbouwwijk ademde vooruitgang en moderniteit, met ruimere huizen en een frisse start voor veel jonge gezinnen. Maar met die vooruitgang kwam ook een zekere afstand. In de schrijversbuurt kende men elkaar, vaak al een generatie lang. Buren spraken elkaar dagelijks en waren betrokken bij elkaars leven. In de Voldijn voelde dat minder vanzelfsprekend. Mensen verzelfstandigden, wat vrijheid gaf, maar tegelijkertijd deed het afbreuk aan een gevoelde noodzaak van een zichzelf dragende gemeenschap.

Vanaf de jaren zeventig kwam steeds meer nadruk te liggen op zelfredzaamheid, individuele vrijheid en autonomie. Het opkomende neoliberalisme versterkte dit proces met zijn nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid en economische efficiëntie. De focus op deze eigenschappen heeft vrijheid gebracht maar ook afbreuk gedaan aan vanzelfsprekende gemeenschapszin.

De gevolgen van deze mentaliteitsverandering zijn langzaam de buurten en wijken ingeslopen. Het sociale vangnet dat ooit stevig en vanzelfsprekend was, is steeds dunner geworden.
Hoewel vrijheid en autonomie onmiskenbare voordelen hebben gebracht, voelt het ook alsof we iets waardevols hebben ingeleverd. De vraag is: kunnen we door de juiste keuzes te maken opnieuw een balans vinden waarin vertrouwen en verbondenheid een even belangrijke plek krijgen als individuele vrijheid?

Verstedelijking
Waar buurten vroeger kleinschalig en overzichtelijk waren, wonen we tegenwoordig met duizenden mensen in een wijk. Dit maakt het onmogelijk om iedereen te kennen. In een stedelijke wijk zoals de Achtse Barrier, met ongeveer 12.000 inwoners en qua inwonersaantal vergelijkbaar met een dorp als Beek en Donk, ontbreekt vaak het natuurlijke gevoel van verbondenheid dat in dorpen vaak nog wel aanwezig is. Daar blijven families vaak generaties lang wonen, waardoor er diepe sociale netwerken en tradities bestaan en rituelen en gemeenschappelijke samenkomsten een sterke rol spelen. Deze factoren dragen bij aan een vanzelfsprekende verbondenheid met de omgeving en haar bewoners.

In een stedelijke wijk zoals de Achtse Barrier ligt een oorzakelijk verband bij het ontbreken van een centrale kern. De functionele inrichting van de wijk, gericht op efficiëntie en mobiliteit, zorgt voor een duidelijke scheiding tussen woongebieden, verkeersroutes en voorzieningen. Dit leidt tot minder spontane ontmoetingen en versterkt de anonimiteit. Brede straten en gescheiden voet- en fietspaden bevorderen weliswaar de veiligheid, maar verminderen sociale interactie.

In tegenstelling tot veel dorpen mist de Achtse Barrier bijvoorbeeld een dorpsplein, een kerk of andere gemeenschappelijke symbolische plekken die ontmoeting en sociale binding van oudsher versterken en waar bewoners elkaar op een natuurlijke wijze ontmoeten. Ook de uniformiteit van huizen speelt een rol in het versterken van anonimiteit.

Technologie en arbeid
De televisie, het internet en sociale media hebben ons leven verrijkt, maar ook individualistischer gemaakt. Sociale media kunnen een brug vormen, maar ook een barrière: ze bieden kansen voor communicatie, maar vervangen echte ontmoetingen niet. De likes en comments lijken soms het moderne alternatief te zijn geworden voor een praatje op straat, bij de plaatselijke bakker of slager, een ontmoeting op het dorpsplein of het gemeenschapshuis. Het contact is oppervlakkiger geworden en mist vaak de emotionele diepgang die fysieke ontmoetingen bieden. Deze ontwikkelingen hebben hun doorwerking in een doorvoeld verlangen om actief deel te nemen aan gemeenschapsactiviteiten.

Ook de ontwikkelingen in de laatste decennia op de arbeidsmarkt hebben invloed. Waar vroeger een negen-tot-vijf werkweek de standaard was en de rest van de tijd werd besteed aan gezin en de gemeenschap, draaien we de laatste decennia volop mee in een intensivering van werk. Veel mensen hebben lange werktijden of onregelmatige diensten wat de tijdsdruk heeft doen toenemen. Door de doorontwikkelde en geïntegreerde communicatiemiddelen is een cultuur ontstaan van langere werk-gerelateerde bereikbaarheid. Tweeverdieners is de norm geworden wat weinig ruimte laat voor structurele vrijwillige inzet.

Demografische ontwikkeling.
In de Achtse Barrier is het aantal inwoners de afgelopen tien jaar met ongeveer 6,6% afgenomen. Binnen deze afname is het aandeel ouderen toegenomen en het aantal inwoners met een migratieachtergrond met circa 10% is gestegen (bron: allecijfers.nl). Deze demografische veranderingen in de Achtse Barrier brengen op het gebied van sociale cohesie en vrijwilligerswerk zowel kansen als uitdagingen met zich mee.

Ouderen spelen een cruciale rol in het buurt- en wijkleven. Zij zijn vaak de ruggengraat van vrijwilligersinitiatieven, onder andere door hun beschikbare tijd en van oudsher sterkere verbondenheid met de gemeenschap. Onderzoek toont aan dat ouderen gemiddeld twee keer zoveel tijd aan vrijwilligerswerk besteden als jongere generaties (bron: Bekkers & Van Teunenbroek, 2020). Toch brengt vergrijzing ook risico's: wanneer ouderen hun taken niet langer kunnen uitvoeren, ontstaan er hiaten in de continuïteit en de belasting van andere vrijwilligers.

Jongere generaties en gezinnen met tweeverdieners hebben vaak minder tijd voor structureel vrijwilligerswerk door werk- en gezinsverantwoordelijkheden. Hun inzet richt zich meestal op kortdurende of incidentele activiteiten. Jongeren zoeken vooral betekenisvolle projecten die aansluiten bij persoonlijke idealen, zoals duurzaamheid of creativiteit, en geven de voorkeur aan flexibiliteit boven langdurige betrokkenheid (bron: Motivaction, 2023).

De toenemende etnische diversiteit in de wijk is eveneens een belangrijk aspect en biedt zowel kansen als uitdagingen. Verschillende culturele achtergronden kunnen leiden tot inspiratie en nieuwe initiatieven, maar ook tot misverstanden door taalbarrières en uiteenlopende verwachtingen rond het versterken van de sociale cohesie en vrijwilligerswerk. Initiatieven die interculturele ontmoetingen bevorderen kunnen voor iedereen bijdragen aan een sterker gevoel van erbij horen. Daarbij is het belangrijk aandacht te hebben voor obstakels die bewoners met een migratieachtergrond kunnen ervaren, zoals een beperkt sociaal netwerk, onbekendheid met vrijwilligersinitiatieven en taal.

Polarisatie en wantrouwen
In het monoloog waar ik het tijdsbeeld mee begon sprak Jan Terlouw ook over hoe wantrouwen langzaam de samenleving is binnengeslopen. Dit wantrouwen raakt niet alleen mensen binnen gemeenschappen, maar ook instituties zoals de overheid, maatschappelijke organisaties en de media. Als mensen het vertrouwen in elkaar en in instituties verliezen, voelen ze zich vaker machteloos of cynisch. Dit vermindert de bereidheid om samen te werken of vrijwilligerswerk te doen.

Polarisatie versterkt deze problemen omdat wanneer mensen zich vooral identificeren met hun eigen groep en minder met anderen er dan diepere scheidslijnen ontstaan. Sociale media, politieke verdeeldheid en ongelijkheid maken deze polarisatie sterker. Dit leidt tot minder contact tussen groepen en een afname van het samenwerkingsgevoel. Als mensen het idee hebben dat initiatieven niet aansluiten bij hun eigen overtuigingen of belangen dan groeit de afstand alleen maar.

Ook de inzet voor vrijwilligerswerk wordt hierdoor beïnvloed met gevolg dat mensen vaker twijfelen of hun inzet wel wordt gewaardeerd en of anderen ook hun verantwoordelijkheid wel nemen. Dit gebrek aan vertrouwen zorgt ervoor dat ze minder snel bereid zijn om tijd of energie in de gemeenschap te steken. Daarnaast blijven mensen vaker binnen hun eigen kring wat de kans op het maken van nieuwe contacten en verbindingen met anderen afneemt. Hierdoor komt niet alleen het vrijwilligerswerk onder druk, maar verliest de gemeenschap ook de kans om sterker en inclusiever te worden.

Inzicht in de sociale dynamiek in de Achtse Barrier
Laten we aannemen dat deze stelling klopt: hoe zwakker de sociale cohesie in een wijk, hoe lager de bereidheid om vrijwilligerswerk te doen.
Ook uit onderzoek blijkt dat sociale cohesie en de bereidheid tot vrijwilligerswerk vaak nauw met elkaar verbonden zijn (bron: CBS). In wijken met minder sociale cohesie lijkt de kans groter dat minder mensen zich vrijwillig inzetten. Sociale afstand speelt doorgaans een grotere rol in stedelijke gebieden of in wijken met sociale problematiek. Maar hoe zit dit in onze wijk? Hoewel de Achtse Barrier geen uitgesproken sociale problemen lijkt te kennen, zijn er wel signalen en ontwikkelingen die wijzen op een afname van sociale verbondenheid.

Wat maakt dat de sociale cohesie mogelijk onder druk staat? Denk bijvoorbeeld aan het wegvallen van activiteiten, een gebrek aan ontmoetingsplekken en een afname van gemeenschapsgevoel. Dit roept de vraag op of er gerichte inspanningen nodig zijn om sociale verbinding te herstellen en te versterken waarmee, zoals uit onderzoek blijkt, ook de bereidheid tot vrijwilligerswerk wordt vergroot. Om dat goed te kunnen beantwoorden zal er eerst een gedegen inzicht en begrip van de lokale context en behoeften van bewoners moeten ontstaan.

Hebben wijkorganisaties, wijkprofessionals en de gemeente een duidelijk beeld van hoe de sociale samenhang in de Achtse Barrier eruitziet? Begrijpen zij waar behoeften van bewoners liggen waar het gaat om een afgestemde sociale basis? En welke stappen zijn nodig om dit beter in kaart te brengen?

Hoewel er door de wijkorganisaties, de wijkprofessionals en de gemeente al veel waardevol werk wordt verricht op het gebied van leefbaarheid, welzijn en ondersteuning, lijkt het belangrijk om stil te staan bij mogelijke obstakels die een rol kunnen spelen. Bijvoorbeeld:

•    Is er voldoende inzicht in de oorzaken van een mogelijke afname in vrijwilligersbereidheid? Wat kan het risico zijn als dit inzicht ontbreekt?

•    Hoe inzichtelijk is de besluitvorming rond plannen, initiatieven en activiteiten? Zou een gebrek aan duidelijkheid het vertrouwen en de betrokkenheid van bewoners kunnen verminderen?

•    Hoe kun je voorkomen dat vrijwilligers overbelast raken, gezien de afname van de bereidheid tot vrijwilligerswerk en opvolging? Wat zijn de gevolgen als dit toch gebeurt?

•    In hoeverre beïnvloedt onderlinge concurrentie tussen wijkorganisaties de samenwerking en daarmee ook de betrokkenheid van bewoners?

Deze vragen laten zien dat het versterken van de sociale basis en cohesie vraagt om een open blik en een gezamenlijke aanpak. Hoe kan er meer inzicht ontstaan in de behoeften, wensen en verlangens van bewoners?

Conclusie
Op zoek naar een verbonden toekomst
In dit essay heb ik geprobeerd de uitdagingen rondom vrijwilligerswerk en sociale cohesie in de Achtse Barrier te verkennen. Het is beslist geen blauwdruk of kant-en-klare oplossing maar mogelijk een uitnodiging om na te denken over hoe een veerkrachtige en verbonden leefgemeenschap versterkt en behouden kan worden.

De afname van sociale verbondenheid en vrijwilligersbereidheid in de Achtse Barrier lijkt een afspiegeling van bredere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals individualisering, verstedelijking, toenemende druk op tijd en middelen en een veranderende demografie. Tegelijkertijd biedt de gedeelde geschiedenis een waardevol perspectief: een herinnering aan wat er mogelijk is als vertrouwen, nabuurschap en gemeenschapszin een centrale rol spelen.

De rol van wijkorganisaties, wijkprofessionals en de gemeente is hierin niet te onderschatten. Kijken naar hun positie en aanpak ten aanzien van het onderwerp in dit essay leidt ook tot vragen. In hoeverre moeten wijkorganisaties en professionals een louter reactieve en faciliterende of juist proactieve en leidende rol spelen in het versterken van sociale cohesie? En hoe kunnen organisaties en professionals ruimte bieden aan spontane bewonersinitiatieven en mogelijke experimenten hierin en deze ondersteunen zonder dat deze verstrikt raken in regels en beleidsstructuren.

Wat hierbij op te merken valt, is dat een succesvolle aanpak vraagt om een open en gelijkwaardige samenwerking tussen bewoners en de organisaties, professionals en gemeente. Bewoners hebben hun verlangens, behoeften en een beleving van hun leefomgeving die veelal niet in protocollen en beleid te vangen is. Tegelijkertijd kunnen wijkorganisaties, wijkprofessionals en de gemeente bijdragen met hun ervaringsdeskundigheid, professionele expertise, netwerk en toegang tot middelen.

Om deze samenwerking te versterken, lijkt gericht onderzoek naar de brede sociale dynamiek van de Achtse Barrier een belangrijke eerste stap. Zo’n onderzoek kan inzicht bieden in de huidige patronen van interactie met en tussen wijkorganisaties, wijkprofessionals en gemeente, de mate van betrokkenheid van verschillende bewonersgroepen en de factoren die sociale cohesie bevorderen of juist belemmeren. Door deze inzichten te verzamelen, kunnen wijkorganisaties, professionals en de gemeente samen met de bewoners beter inspelen op de unieke behoeften en kansen van de wijk. Daarnaast kan dit onderzoek helpen om bestaande organisatiestructuren en initiatieven te evalueren en nieuwe strategieën te ontwikkelen die daadwerkelijk aansluiten bij de verlangens, behoeften en beleving van de leefomgeving van bewoners.

Tegen deze achtergrond is het ook belangrijk te erkennen dat de druk op landelijke zorg- en welzijnssystemen onvermijdelijk verder zal doorwerken in lokale gemeenschappen. Dit vraagt om een gevoel van urgentie om de beschreven idealen daadwerkelijk gestalte te geven. Het versterken van sociale cohesie en wederzijdse steun binnen een wijk kan dienen als een krachtig tegenwicht tegen de uitdagingen die voortkomen uit dit steeds zwaarder belastte zorg- en welzijnssysteem.

Dit roept ook de bredere vraag op hoe ruimte geschapen kan worden voor een dynamisch proces waarin betrokkenheid groeit door samenwerking. Hoe zorg je ervoor dat niet alleen individuele initiatieven floreren, maar dat ook het grotere geheel, de leefbaarheid en verbondenheid van de wijk, wordt versterkt? Misschien is dit geen eenvoudige vraag, maar het is een kans om opnieuw betekenis te geven aan wat samenleven kan zijn.

Dit essay is bedoeld als een onderlegger voor of aanzet tot dialoog, reflectie, onderzoek en actie. De Achtse Barrier kan hierbij fungeren als een leerplein of proeftuin voor andere wijken, waarin ruimte ontstaat om te experimenteren met nieuwe vormen van samenwerking en sociale verbinding. De inzichten die voortkomen uit gericht onderzoek en de acties die daarop volgen, kunnen niet alleen bijdragen aan het versterken van de sociale cohesie binnen de Achtse Barrier zelf, maar ook dienen als inspiratiebron voor andere wijken. Ik ben van mening dat de vrijwilligersbereidheid onder alle geledingen dan vanzelf zal toenemen.

Ik hoop dat het belanghebbenden uitnodigt om gezamenlijk te blijven zoeken naar manieren om een toekomst te creëren waarin de Achtse Barrier niet slechts een verzameling huizen is, maar een wijk waarin vertrouwen, verbondenheid en een gevoel van thuis centraal staan.


Januari 2025, Paul van Gemert.











Bronnen:
Terlouw, J. (2016).
Monoloog ‘Het Touwtje uit de Brievenbus’. De Wereld Draait Door.

Bekkers, R., & Van Teunenbroek, M. (2020).
Vrijwilligerswerk in Nederland: Een analyse van de inzet van vrijwilligers door de jaren heen.

Motivaction (2023).
Vrijwilligers en maatschappelijke betrokkenheid van jongeren: Trends en inzichten.

Demografische gegevens Achtse Barrier.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en allecijfers.nl

Hoe denken Nederlanders over sociale cohesie?
Factsheet: https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2024/06/03/factsheet-hoe-denken-nederlanders-over-sociale-cohesie?utm_source=chatgpt.com