Groot Eindhoven, zoals wij dat nu kennen, is in 1920 ontstaan door samenvoeging van de kern Eindhoven met de omliggende dorpen Strijp, Gestel, Stratum, Tongelre en Woensel. Gestel bestond uit de kernen Gestel en Blaarthem en Woensel was al eerder samengevoegd met Eckart.
In 1920 liep de noordgrens van Woensel ongeveer waar nu de Europalaan ligt. Voorbij De Oude Toren hield Woensel al snel op. Wel was er op de weg naar Son nog buurtschap Vlokhoven. De Vlokhovenseweg loopt nog door de buurt en tot voor kort was de Onze Lieve Vrouwekerk van Vlokhoven nog in gebruik als Roomskatholiek gebedshuis. En verderop langs de Vlokhovenseweg was er nog Philipswijk. Een wijkje voor de bazen van de Philips glasfabriek waarvan de huizen in de vorm van een gloeilamp stonden. Een deel van de huizen is nog bewaard gebleven en ook nog bewoond, maar de gloeilampvorm is niet meer herkenbaar.
Het oude tracé van de spoorlijn vormde de grens tussen (Oud)Eindhoven en Woensel. Vanaf het spoor liep de Broekseweg vanaf waar nu het busstation aan de noordkant van het NS station ligt in noord-noord-oostelijke richting naar het buurtschap Het Broek en ging daar over in de Eckartseweg naar buurtschap Eckart, gelegen ongeveer tussen Muzenlaan en Argonautenlaan. Aurberge Eeckaerde in de Icaruslaan is een prachtig gerestaureerde Eckartse hoeve.
Beide benamingen Het Broek en Eckart zijn niet meer in gebruik om wijkdelen aan te duiden. Alle oorspronkelijke bebouwing en wegenstructuur van buurtschap Het Broek heeft plaats moeten maken voor de vernieuwing. Kennedylaan, TU-terrein en Hogeschool zijn ervoor in de plaats gekomen. Ter plaatse van De Zaale op het terrein van de TU/e lag vroeger de Woenselse Watermolen in De Dommel aan het einde van de Brugstraat. De woonwijk tussen Montgommerylaan en Kennedylaan en tegenover het TU terrein is vernoemd naar die molen.
Op de locatie die wij nu kennen als Achtse Barrier stonden vroeger 19 boerderijen. Twee ervan zijn gerestaureerd en doen nog steeds dienst als woon- en atelierruimte. De Kaalhoef en De Bus. Van enkele andere zijn de namen gebruikt om een woonwijk aan te duiden, zoals Mensfort en Prinsejagt. Dat deze nu buiten Achtse Barrier liggen geeft aan dat de bij de boerderijen behorende landerijen tot (ver) buiten de huidige Achtse Barrier te vinden waren.
Tijdens ons onderzoek hebben we kennis gemaakt met de familie van Peer van Kemenade, de trainer van VV Acht. Juist ja, in de Leeuwenkuil aan de andere kant van de Boschdijk tegenover de Spaaihoefweg. Peer is een echte Achtse mens, zoals we zullen zien. De hele familie komt uit wat nu de Achtse Barrier heet.
Fried en Johanna krijgen er 15 kinderen. Een ervan is wereldberoemd bij de echte PSV supporter. Hun zoon Harrie was jarenlang de uitbater van de Herdgang van PSV. Veel (oud) PSV-ers kwamen bij zijn begrafenis in 2014 afscheid nemen in de Achtse St Antonius-Abtkerk.
Peer, de kleinzoon van Fried, vertelde nog een mooi verhaal over de 9 zonen van Fried. Eén van die zonen had bonje gemaakt op de kermis in Son en de volgende morgen vroeg (of diezelfde nacht laat) kwam een agent aan de deur bij Fried. De agent wilde de betreffende zoon spreken. "Ga maar naar boven", zei Fried, "daar ligt hij." De agent deed dat, maar toen hij boven kwam stonden er 9 broers op. De agent is snel weer naar buiten gegaan. Of de betreffende zoon zijn vader was, vertelde Peer er niet bij.
De onlangs overleden Peter Vermeulen, samensteller van mooie fotoboeken over Acht en bijdrager van veel foto's op onder andere www.eindhoveninbeeld.com schreef bij een van die foto's over Fried:
"Fried van Kemenade was de leider van een groep boerenvrijwilligers die aangetrokken waren door de Gemeentelijke Brandweer om blusactiviteiten te verrichten in geval van bos- of heidebrand. Zij kregen in bruikleen een schop, bijl en vuurklopper. Het uurtarief bedroeg overdag twee kwartjes en 's avonds en 's nachts een gulden."
Fried en Johanna komen allebei uit Woensel. Na hun huwelijk in 1920 wonen ze aan de Rijksweg 10. Inderdaad de Boschdijk, op de hoogte van het Minckelersplein. In 1921 krijgt Fried een vergunning om de boerderij te bouwen en op 12 april 1922 trekt de familie in de boerderij. Als hij in 1962 verhuist naar de Waalstraat woont zijn zoon Frans er tot februari 1975. Dan wordt de boerderij gesloopt ten behoeve van de Marathonloop.
Hoeve Prinsejagt, Oude Bosschebaan 6 Hoeve Mensfort, Oude Bosschebaan 8
De linkse foto uit 1965 is genomen vanaf de vroegere Mensfortweg (ook wel: Leikanten geheten), ter hoogte van de huidige Perpignanlaan. De hier afgebeelde boerderij is Prinsejagt, Oude Bosschebaan 6. Rechts de boerderij Mensfort, Oude Bosschebaan 8. Met Mensfort en Prinsejagt zijn twee Woenselse wijken benoemd, waarvan de oorsprong in de Achtse Barrier ligt!
Volgens Theo Meulendijks, die voor het Archeologisch Centrum Eindhoven en Helmond onderzoek deed naar de huizen in Woensel vóór 1832, is de oudste vermelding van de hoeve Prinsejagt, die in het verpondingenregister (een soort onroerend goed belasting) van 1701. Francis van Doren was toen de eigenaar. Die eigendom ging nadien over op zijn schoonzoon, apotequer Martinus van der Vliet.
Wellicht is boerderij Prinsejagt nog ouder, want Frans (Franciscus) Swinkels zag in de kelder ervan een balk met de inscriptie 1666.
Wie is die Frans Swinkels hoor ik u vragen. Welnu, we hebben al de vader en de moeder van Peer van Kemenade genoemd in de voorgaande artikelen en nu hebben we het over de schoonvader van Peer.
De knotlindes, inderdaad geen knotwilgen, die op beide foto's te zien zijn, werden geplaatst door de vader van Frans, Bernardus Swinkels. Het grasveld waaraan ze staan werd het Berenweike of de Driesbeer genoemd, zo vertelde Frans.
Frans is geboren op Oude Bosschebaan 8, de boerderij die op de foto boven net niet te zien is, maar links van Prinsejagt heeft gestaan.
Prinsejagt dankt zijn naam wellicht aan het feit dat een prins er met zijn gezelschap verbleef tijdens jachtpartijen. Volgens Frans had Prinsejagt grote stallen en was het ooit een herberg.
Op de Oude Bosschebaan nummer 4 stond de Spaaihoef en op nummer 1 de Verroeste Spaai.
Het meest noordelijk stond de Verroeste Spaai, daar waar het bruggetje bij de parkeerplaats van de Cantershoef staat. Aan de andere kant van de Oude Bosschebaan, in de huidige Dauphinelaan achter het Vauclusepad stond de Spaaihoef.
In 1832 is Jan Willem Wouters eigenaar en bewoner van de Spaaihoef. Hij is grootgrond- en vastgoedbezitter in wat toen Mensfort of Mensvoort heette, globaal het gebied van de Achtse Barrier, west/links en onder/ten zuiden van de waterpartij. (Het andere stuk was tot 1974 Sons grondgebied).
In de 19e eeuw hoorden bij deze boerderij uitgestrekte landerijen die goeddeels van kerken en kloosters waren geweest. In de Napoleontische tijd werden die gronden geconfisqueerd en te koop aangeboden. De gelovigen wensten die 'gestolen gronden' niet en de Staat verkocht ze daarom voor een weggeefprijs. De Spaaihoevenaars hapten toe en werden zeer rijk. Ze aten met een knagend geweten uit goudomrande borden en begonnen allerlei goede doelen te financieren. Deze Spaaihoef was er één van die grootgrond bezitters. Deze hoeve had een uithangbord met daarop een spade geschilderd." (Op den Buijs, Stadgenoten, Groot Woensels Memoriaal, deel 2).
In 1881 wonen JW Wouters' zonen Peter en Lambertus op de Spaaihoef. Hendrika Wouters komt daar bij haar ooms wonen. Johannes van Luijtelaar is later gehuwd met die Hendrika Wouters en woont met haar in 1898 in de Spaaihoef waarvan hij eigenaar werd. Later woont hij in wat tegenwoordig bekend is als restaurant ‘de Luijtervelde'.
In de Spaaihoef heeft de vader van schilder en glazenier Martien Roestenburg enkele jaren gewoond. Daarna de familie Renders, 4 zussen onder leiding van hun broer Hubertus. De laatste bewoner was hun neef Dook (Judocus) die er woonde tot de sloop in 1973. Er worden daarna pas in 1976 huizen gebouwd.
De Verroeste Spaai (foto) was in 1832 eigendom van Hendrik Jan van Kimmenade.
De boerderij werd ook wel 'De Verroeste Spoor' genoemd.
Van de Verroeste Spaai is niet veel bekend. In het begin van de jaren 1900 woonden achtereenvolgens de families Van der Linden, Den Ouden en Vogels in de Verroeste Spaai.
Vanaf 1921 woont Engelbertus (Bert) van Eerd hier. Toen hij in 1963 overleed, woonden zijn zonen Antonius (Toon) en Albertus (Bert) er tot juni 1973, waarna de boerderij na een brand wordt gesloopt. Het parkeerterrein achter het winkelcentrum Ardechelaan is er voor in de plaats gekomen.
Het woonhuis annex boerderij was toen eigendom van Henricus Franciscus Cornelis van Luijtelaar, zoon van Johannes, die woonde op de boerderij die nu Luijtervelde heet.
Cantershoef
Volgens de plaquette in de 50+ flat ‘de Cantershoef' is de naam afkomstig van de Verroeste Spaai. Waarschijnlijk is de Canterse Hoeve echter een andere boerderij geweest. Want:
Het is dus waarschijnlijker dat de Spaaihoef vroeger de Canterse Hoeve heette.
In de vorige paragraaf hebben we gezien dat Bernard en Frans Swinkels woonden op de Oude Bosschebaan 6 (Prinsejagt) en 8. Daar hebben ze gewoond tot in de 60-er jaren. Waar ze heengingen leest u in deze aflevering. Oude Bosschebaan 6 en 8 werden in 1973 gesloopt.
Villa Alteveer
Dit prachtige huis stond bekend onder de naam ‘Villa Alteveer'. Op het bordje naast de bovenramen staat Alteveer. Voor de naam van de villa kunnen een aantal verklaringen worden gevonden:
Volgens etymologiebank.nl betekent alteveer ‘al te ver' en heeft als tegenhanger altena of ‘al te dichtbij'. De naam Alteveer is gegeven aan een 17e eeuwse veenkolonie in Stadskanaal, Hoogeveen, De Wolden en een in Noordenveld.
Er is een villa /buurtschap Alteveer in Velp bij Rheden.
Welke van de bovenstaande verklaringen aanleiding was voor de naam is niet bekend. Maar, in 1919 komt de dan 18 jarige Jacob Albers uit Rheden naar Eindhoven. Hij wordt laboratorium assistent, waarschijnlijk bij Philips. Hij krijgt in 1933 vergunning om een huis te bouwen aan het Gruispad dat van de Boschdijk naar de Oude Bosschebaan loopt. Dat wordt Villa Alteveer aan de Boschdijk 900.
Jacob de jongere woont vanaf juli in de villa. Vader Jacob, bloemist, en moeder Everdina komen in november vanuit Rheden om bij de zoon in te trekken.
Bernard Swinkels, de opa van de vrouw van Peer van Kemenade, heeft van 1965 tot aan zijn dood in 1970 in villa Alteveer gewoond. Daarna zijn weduwe en haar nieuwe man tot 1976.
Toen we op zoek waren naar het gruispad, om de precieze ligging ervan te bepalen en er een foto van te maken, kwamen we de laatste bewoner van de villa tegen. Hij wees ons op de bomen die nu nog aan de Avignonlaan en op de kalenderfoto van mei staan. Deze bomen stonden voor de villa, de dennenboom rechtsvoor op de oude foto staat er niet meer, de boom erachter wel.
Pas in 1982 moest Alteveer wijken voor de kleine industrie in onze wijk.
Een klein stukje verder op het Gruispad stond op Boschdijk 902 nog een knap huis. Boschdijk 902 werd 3 jaar vóór Villa Alteveer in 1930 gebouwd door ene Wilhelmus Willemse. Volgens de gegevens van de gemeente Eindhoven hebben de vader van Peer van Kemenade, Toon, en diens broer Godefridus tussen 1943 en 1947 als kostgangers in dit huis ingewoond. Volgens onze bronnen, de moeder van Peer en de schoonvader van Peer, is dit zeker niet waar. Het waarom van de foutieve inschrijving komen we nooit meer te weten, maar wellicht heeft het iets met de oorlog te maken.
In 1961 koopt Frans Swinkels dit huis. Hij woont er met zijn gezin tot 1978. Dan valt ook dit mooie huis ten prooi aan de uitbreidingswoede van de gemeente Eindhoven en wordt het afgebroken. Frans is, behalve schoonvader van Peer van Kemenade, de koster van de kerk in Acht. Hij woont nog in dat dorp.
Om het verhaal van Peer van Kemenade af te ronden: de vrouw van Peer, Ans Swinkels, is in dit huis op Boschdijk 902 geboren.
Tussen de Perpignanlaan en de vijver loopt een pad waar naar onze mening vroeger de Jachtweg heeft gelopen. Waar de naam Jachtweg vandaan komt is ons onbekend, maar de Grensweg vormde in vroeger tijden de grens tussen Woensel en Son (tot de vorming van Groot Eindhoven in 1920) en Eindhoven en Son tot aan de grenscorrectie op 1 april 1972. De huidige grens tussen Eindhoven en Son ter hoogte van de Achtse Barrier is de A58/A50.
De Jachtweg is te zien op bijgaande foto. De Jachtweg kwam uit op de Grensweg waar de boerderij heeft gestaan. De boerderij moet gelegen hebben aan wat nu de Versailleslaan / Orleanshof is. Dat wordt in een reactie door Andries van der Veen bevestigd. Hij schrijft onder andere: "De boerderij op de pagina augustus moet volgens de kaart tussen de huidige Orleanshof en Versailleslaan hebben gestaan. Ik woon sinds 1988 op de Versailleslaan 19 in Eindhoven. Een voormalige buurman heeft eind jaren tachtig van de vorige eeuw al eens gezegd dat er nabij deze locatie een boerderij heeft gestaan. In het verleden heb ik eens bij tuinwerkzaamheden restanten van een keramische rioolbuis opgegraven.
In de zomer van 2013 is in de wijk glasvezel aangelegd, bij de graafwerkzaamheden in de Versailleslaan is een melkbusdeksel opgegraven."
Op deze foto is de boerderij gefotografeerd in de richting van de Jachtweg. Rechts op de foto is de boerderij op de Jachtweg 1 te zien. Die boerderij stond er al vóór 1832, mogelijk dateert de boerderij van 1784. De vader van Theodorus (Dorus) Brands woonde er vanaf 1870, Dorus zelf was vanaf ongeveer 1905 de hoofdbewoner en de eigenaar.
In 1925 heeft hij tegenover de boerderij aan de Jachtweg een nieuwe boerderij gebouwd, die als Grensweg 1 bekend stond. Tot 1950 werd de Jachtweg 1 verhuurd en daarna gebruikt als stal. In 1977 werd Grensweg 1 gesloopt.
In het volgende hoofdstuk hebben we een foto van de plek waar vroeger Boschdijk 964 was. Op die plek stond de boerderij van de familie Judocus Renders en daarna zijn zoon Martinus en weer later de schoonzoon van de laatste, Toon Dekkers. De familie Renders woonde eerst in de boerderij links, maar heeft een deftig nieuw huis gebouwd.
In die boerderij woonde van 1947 tot 1954 ook Frans van Kemenade. Jawel, zoon van Fried en een broer van Toon uit eerdere verhalen. Hij had in de boerderij een melkschooltje. De foto links is genomen bij het examen in 1949. Rechts achteraan staat Frans van Kemenade.
Examinatoren, de drie mannen links met stropdas, waren van de melkfabriek St. Jozef.
Ik veronderstel dat de melkcursus vooral dingen als hygiëne betrof. Als iemand kan vertellen wat de melkschool inhield, dan horen we dat graag. Reacties zijn welkom op info@achtsebarrier.nl
Vorig jaar hebben we contact opgenomen met Peer van Kemenade omdat we vermoedden dat hij iets te maken had met Fried van Kemenade van Boschdijk 780. Dat klopte, hij is de kleinzoon van Fried. In ons eerste gesprek met Peer van Kemenade vertelde hij verder dat niet alleen zijn vader Toon, maar ook zijn moeder Cornelia uit het gebied komt wat nu de Achtse Barrier heet.
Zijn moeder is Cornelia Adriana Maria Smetsers en is in 1923 geboren in De Bus, één van de twee bewaard gebleven boerderijen in onze wijk. We hebben deze inmiddels 92-jarige dame in het Antoniushuis in Acht een aantal keer mogen ontmoeten.
Cornelia zit nog vol prachtige verhalen, bijvoorbeeld over de tijd dat er nog geen elektrisch licht was, voor ons bijna onvoorstelbaar. Het kalveren van de koeien gebeurde in haar jeugd nog bij olielampen.
Boerderij De Bus, zoals velen die nog kennen
De oudere Woenselnaren onder ons herinneren zich nog wel de kruidenierswinkel op het Hendrik de Keyzerplein, tegenover de vijver. Hier heeft mevrouw Van Kemenade-Smetsers de eerste winkel van de Klimop-keten in 1960 geopend. Ze heeft de winkel 29 jaar uitgebaat; toen haar man Toon is overleden is ze er mee opgehouden.
Boerderij De Bus
Volgens Eindhoven-onderzoeker en bestuurslid van de Henri van Abbe-stichting Bauke Hüsken, die het kadaster heeft geraadpleegd, is De Bus in 1877 gebouwd en in 1894/1895 verbouwd. Theodorus van de Molengraaf en Wilhelmina van der Sande waren de eigenaren. Zij, ook wel Dorus en Meijn Meulengraaf genoemd, verkopen de boerderij in 1920 aan Antonius Albertus Smetsers, geboren in Best. Hij is op 18 mei van dat jaar getrouwd met Hendrina Maria van Gerwen. Dochter Cornelia vertelde dat haar vader Antonius behalve boer ook gemeenteraadslid is geweest.
Vanaf 1965 is zijn zoon Broer (Adrianus) Smetsers hoofdbewoner. In 1972 koopt de gemeente de boerderij, ongetwijfeld om te slopen voor nieuwbouw. Toch heeft Broer er nog tot 1996 gewoond. Tegenwoordig wonen er twee gezinnen.
Vanaf 1938 heeft De Bus nummer 1034 van de Boschdijk en is daarmee verbonden door een kastanjelaantje.
De Bus is tegenwoordig opgesplitst en nu bekend onder de adressen Indrelaan 67 en Mainelaan 20. Voor de liefhebbers: het kastanjelaantje is er nog en geeft elk jaar veel lekkere kastanjes!
Hoewel de boerderij en de bijgebouwen ervan meermaals zijn verbouwd, is het uiterlijk ervan gelijk gebleven, zoals op de foto van de kalender en bijgaande foto blijkt.
De 4 linden van deze foto staan nog aan de Oude Bosschebaan. Ze stonden, zoals bijgaande foto uit 1974 laat zien, voor de boerderij die Oude Bosschebaan nummer 7 als adres had. Op de voorgrond is nog net de Mensfortweg, vroeger bekend onder de naam Rijkante, te zien. Op de hoek aan de overkant lag hoeve Prinsejagt, waarover we in een vorig hoofdstuk hebben geschreven.
De boerderij was er een van 3 aan de Oude Bosschebaan (nummers 3, 5 en 7) die het eigendom waren van (Theo)Dorus van Vroonhoven. Heel toevallig waren op een bepaald moment alle drie die boerderijen verhuurd aan iemand van de familie Tops:
Nummer 3 van 1964 tot de sloop in 1975 aan Jan Tops, nummer 5 van 1958 tot de sloop in 1986 aan Piet Tops en nummer 7 van 1964 tot 1978 aan Janus Tops.
Van Vroonhoven was dus een rijke boer, net als de familie van Luijtelaar, de eigenaar van onder andere Oude Bosschebaan 1, 2 en 4.
Bauke Húsken laat weten dat de boerderij van nummer 7 in 1912/1913 werd gebouwd door Theodorus van Vroonhoven. Hij was ook de eerste bewoner. Voor de samensmelting van Woensel, Tongelre, Stratum, Gestel, Strijp en Eindhoven tot Groot-Eindhoven in 1920 werd het aangeduid als huis Acht 127. Hij woonde daar tot aan zijn dood in 1956 met zijn vrouw Maria van der Heijden. Ook haar zus Petronella van der Heijden woont bij hen in.
Dorus en Maria krijgen 2 dochters, Elisabeth (Betje) en Maria (Mien).
Bet en Mien zijn na de dood van pa de bewoners tot 6 december 1960. Dan verhuizen ze naar de Frankrijkstraat. Unne Woenselse kunde nie gauw uit Woensel wegkrijgen, denk ik!
Van 1964 tot 1978 wonen zoals gezegd Janus en Miet Tops op nummer 7. Daarna woont er tot de sloop in 1979 een valkenier: Sjef van Aerts.
Van Theodorus van Vroonhoven wordt verteld dat hij eigenlijk Van Vroenhoven heette, maar dat hij, uit onvrede met zijn familie, zijn naam voor 3000 gulden heeft laten veranderen. Bewijzen heb ik niet kunnen vinden.
De gemeente wilde de boerderij behouden, zoals de Bus en de Kaalhoef, maar toen de valkenier naar de Stoutheuvel vertrok, hebben vandalen de boerderij vakkundig gesloopt. De politie zal er wel niets aan gedaan hebben en de gemeente had het nakijken.
Overigens is de Stoutheuvel tegenwoordig een straat in de wijk Vaartbroek in Woensel. De valkenier verhuisde naar een plek aan de Woenselsestraat, vlak voor (Voor) Vlokhoven, voor een kaart van toen zie www.eindhoveninbeeld.com/photodetail.php?id=216
De molen aan de Boschdijk is één van de monumentale herkenningspunten van Achtse Barrier en is al 125 jaar oud. Een van de andere oude panden is boerderij ‘de Bus', op de kalender van maart en stammend uit 1877. Het derde oude pand heet ‘de Kaalhoef' uit de 18e eeuw, daarover meer in de volgende paragraaf.
De foto bij dit artikel is uit 1950, de maker is onbekend.
De ronde bakstenen korenmolen is door aannemer Antonius van Himbergen (uit Woensel) gebouwd voor molenaar Willem Beerens in 1891. Het was een korenmolen van het type beltmolen of bergmolen. Zo'n windmolen staat op een opgeworpen hoogte, de molenbelt. In die molenbelt wordt meestal een doorgang gemaakt en soms alleen een ingang. Die ingang (of doorgang?) is op de foto duidelijk te zien en dient om paard en wagen in zijn geheel de molen binnen te rijden voor laden en lossen.
Willem Beerens is in 1865 geboren in Wintelre en kwam in 1891 uit Dussen via Wintelre naar Woensel. Hij heeft de molen vernoemd naar zijn moeder: Anna Maria Beerens - van Hees. In 1903 vertrok de molenaar naar Hooge Zwaluwe. Franciscus van der Linden werd toen molenaar en hij heeft de molen zo'n 41 jaar in zijn bezit gehad. De laatste molenaar is in 1944 Ferdinand van Stekelenburg uit Acht. Dat jaar verliest de molen zijn oorspronkelijke bestemming. Frans Tielemans wordt in 1946 de nieuwe eigenaar van de molen en hij is de eerste niet-molenaar. De molen wordt tot 1958 als opslagplaats van de NCB en later als atelier voor kunstenaars en tot slot als woonhuis gebruikt.
In 1957 wordt het maal- en gaande werk van de molen verwijderd en wordt de molen ingericht als woning. De originele molenstenen zijn bewaard gebleven.
In de novemberstorm van 1965 wordt een van de wieken geknakt. Hoe er dat uitziet is te zien op de website van eindhoveninbeeld.com. In 1979 werd een restauratieplan door de regering goedgekeurd. De gemeente gaf een voorschot van 108.000 gulden voor herstel van de molen. De werkelijke kosten zijn ons onbekend. Op 27 april 1980 werd door burgemeester Borrie en Frits Philips de molen in gebruik gesteld, dat wil zeggen de wieken konden weer draaien, gemalen werd er niet meer.
Nadat er een schoonheidssalon ‘Absolutely Fabulous' (1998) in de molen werd uitgebaat, kwam in 2008 een Bed and Breakfast ‘Nostre Molino' in de molen. De molen staat nu weer te koop.
Meer informatie over de molen is te vinden op www.molendatabase.nl.
Dit hoofdstuk gaat over het buurtschap (De) Hoeven en de Kaalhoef, nu gelegen aan de Abbevillelaan 17. Vroeger bekend als de Hoeven 17 Son en Breugel, kadastraal B1046 en nu het oudste bewoonde huis in onze wijk.
De naam Hoeven is vermoedelijk ontleend aan een gelijknamige hoeve die daar ooit heeft gestaan. De naam komt in de 14e eeuw al voor. In sommige historische bronnen, zoals een minuutplan uit 1811-1832, wordt het buurtschap aangeduid met de term ‘De Hoeven'.
Het buurtschap Hoeven bestond uit een aantal boerderijen waaronder de Hoeven 16, waarvan Jan Merks en Marie van de Vleuten de laatste bewoners waren. Deze stond rechts voor de Kaalhoef, tussen de Kaalhoef en de Abbevillelaan. Deze boerderij was kadastraal bekend onder Son en Breugel, B1050 en is gebouwd voor 1832 en toen eigendom van de kinderen van Laurens Renders (zie: fotonr. 24145 op www.eindhoveninbeeld.com).
De waterput aan de voorzijde van de Kaalhoef is het laatste restant van deze boerderij. De waterput van de Kaalhoef ligt namelijk aan de achterzijde.
De Hoeven 18 en 19 lagen aan de andere kant, tussen de Huizingalaan en de Castilliëlaan.
De naam van de bushalte bij de EMTÉ aan de Franse Baan is aan dit buurtschap ontleend. Na de verwerving van de grond door de gemeente Eindhoven, moesten alle boerderijen behalve de Kaalhoef, wijken voor de uitbreiding van de stad en werden ze gesloopt.
Langgevelboerderij de Kaalhoef uit de 18e eeuw is een rijksmonument en heeft een met riet en pannen gedekt zadeldak, de aanbouw heeft een met pannen gedekt lessenaars dak. De kopgevel van het woongedeelte heeft muren van vlechtwerk. In de lange gevel aan de voorzijde van het woongedeelte zitten zesruits schuifvensters met luiken en een deur met bovenlicht; het schuurgedeelte heeft zesruits en drieruits ijzeren stalvensters. In het woongedeelte is nog de oorspronkelijke indeling met schouw, bedstee en kelder met opkamer aanwezig. Als bouwjaar worden zowel 1720 als 1750 genoemd. In 1832 is de boerderij, kadastraal bekend onder Son en Breugel B1046, eigendom van de kinderen van Gerrit van Maasakkers. In 1948 is de boerderij van Willemke Faassen. Zijn zoon Willeke, beter bekend als ‘Föske van de Kaalhoef' is hier geboren in 1901. Op www.eindhoveninbeeld.com staan onder fotonrs. 34896, 34897 en 34898, diaseries over het alledaagse leven van deze laatste boerenbewoner van de Kaalhoef. Toen kruidenier van Nisterooij uit Acht een bestelling kwam bezorgen, bleek Föske een beroerte te hebben gehad en is hij naar het Sonse bejaardenhuis overgebracht. Daar is hij in 1986 overleden.
De gemeente Eindhoven werd eigenaar, vernieuwde het dak en verkocht de boerderij. Op 25 januari 1979 kwam het bericht van staatssecretaris, Wallis de Vries, dat de boerderij op de monumentenlijst was geplaatst.
De huidige bewoners zijn, Marjan Smit en Will Priems en Mary Ruedisueli en Bart den Bleijker. De ouders van Marjan Smit kochten de boerderij in 1984. De boerderij werd toen geheel gerestaureerd, met behoud van de originele aspecten. De bedstee is weliswaar niet meer in gebruik, maar wel nog steeds aanwezig. In 1991 hebben ze in het Provinciehuis in Den Bosch, de monumentenprijs voor deze restauratie gekregen. Vorig jaar hebben de bewoners het hele dak laten restaureren, zodat de boerderij weer goed geconserveerd is en nog jarenlang meekan.
De stal achter de boerderij wordt door Marjan Smit gebruikt als atelier en expositieruimte. Zij is, evenals haar moeder, beeldend kunstenares en werkt met grafiek en glas. Will verleent hierbij hand en spandiensten. Het atelier is te bezichtigen op afspraak. Tel. 040 - 242 89 14, www.marjansmit.nl. In het atelier is een interessante film te zien over de werkwijze en de verwerking van het glas.
Het gieten van het glas gebeurt trouwens niet in het atelier zelf, maar in ‘het Glazen Huis' in Lommel bij het Vlaams Centrum voor moderne glaskunst.
De Oostenrijkse successieoorlog, van 1740 tot 1748, was er de oorzaak van dat het goederenvervoer over water van de belangrijke stad Luik naar Den Bosch en het noorden ernstig in gevaar kwam. Op voorspraak van deze steden werd in 1741 toestemming verkregen een steenweg aan te leggen.
In 1743 werd vanuit Den Bosch een begin gemaakt met de aanleg van deze steenweg, die in 1745 was gevorderd tot Best. Toch niet slecht voor die tijd, er moesten nogal wat uit België aangevoerde kinderkopjes worden gelegd! De zandbedding lag al tot Eindhoven. In 1745 werd er door de Oostenrijkse Nederlanden een uitvoerverbod voor stenen in werking gesteld en de aanleg gestaakt.
In 1801 werd de afbouw van het laatste stuk, van Best over Woensel naar Eindhoven, ter hand genomen en moest er drie kwartier van de Bestse Barrière een nieuw tolhuis komen. Daarvoor verkocht in 1802 de gemeente Woensel 40 lopense heide (ongeveer 6,50 hectare) aan ‘den lande'. Hier werd het tolhuis gebouwd. De bewoner van het tolhuis, tevens boerderij, moest behalve de slagboom bedienen en de tol ontvangen, ook de heide rondom het gebouw ontginnen.
Wie het harde werk in de ontginning moest doen weten we niet, maar bijvoorbeeld in 1837 was Antonie van der Hurk bekend als ‘barrier' en in 1850 werd Wilhelmus Verhoeven omschreven als ‘tolgaarder'. Het tolhuis stond toen aangeduid als Woensel B (Acht) huisnummer 42. Er waren nog geen straatnamen in die tijd.
Tot medio 18e eeuw, was de Oude Bosschebaan de weg (een zandpad) van Eindhoven naar Den Bosch. Ten noorden van de huidige Achtse Barrier moest de rivier de Ekkersrijt worden overgestoken en over slechte paden door heidevelden en velden worden gereisd. Als het daar te nat was, moest over Son worden omgereisd.
In 1956 wordt het tolhuis gesloopt, vanwege de verbreding van de Boschdijk (van de sloop is bovenstaande foto gemaakt). In plaats daarvan wordt vóór de sloop een stukje naar achteren een nieuwe boerderij gebouwd. Van 1951 tot 1980 woont Henricus Maria Renders in het oude tolhuis en de nieuwe boerderij die ervoor in de plaats kwam.